Voor de Nederlandse landbouw en de textiel-industrie is het Verenigd Koninkrijk een belangrijke afzetmarkt. In beide sectoren is men niet blij met de Brexit.
Als gevolg van de Brexit zal het Nederlandse bedrijfsleven op korte termijn last hebben van de onzekerheid over de toekomstige handelsrelatie met het Verenigd Koninkrijk. Grote klappen vallen in onder meer de landbouwsector en en de textielindustrie, bleek eerder deze maand uit onderzoek van de Rabobank.
Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke handelspartner van Nederland. De landbouwsector en de textielindustrie zijn sterk afhankelijk van de rechtstreekse export naar Groot-Brittannië.
Het goedkope Britse pond, de groeivertraging in Groot-Brittannië en de onzekerheid over de toekomstige vrijhandel tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie zal de Nederlandse export kunnen schaden.
Textielbranche: producten duurder
Nederlandse bedrijven in de textielbranche zijn gemiddeld genomen voor een groot deel van de omzet afhankelijk van de Britten: 15 procent van de textielindustrie verdient haar omzet door de export naar Groot-Brittannië.
Brancheorganisatie voor mode en textiel, Modint, zegt teleurgesteld te zijn in de uitslag van het EU-referendum. “De Brexit raakt iedereen die exporteert naar Groot-Brittannië”, zegt Patric Hanselman, algemeen directeur van Modint. “De exacte gevolgen zijn op dit moment nog lastig in te schatten, maar het gaat de komende tijd zeker negatieve gevolgen hebben voor Nederlandse exporteurs.”
Vooral de negatieve koersontwikkeling van het Britse pond heeft op korte termijn impact. “Simpel gezegd, met de huidige koersontwikkeling wordt een in euro’s gekocht Nederlands artikel voor een Britse importeur duurder. Of anders, iedere ontvangen pond is minder waard. Het is nog lastig te zeggen hoe groot die impact zal zijn en wanneer het echt voelbaar wordt. Dat hangt van tal van omstandigheden af. Laten we hopen dat er spoedig enig herstel van vertrouwen ontstaat. Daar zal de werkwijze en opstelling van de Britse overheid van belang bij zijn”.
Uittredingsprocedure Brexit
De Britse overheid zal in de komende periode een uittredingsprocedure in gang moeten zetten, die procedure duurt maximaal twee jaar. In die periode blijft het Verenigd Koninkrijk lid van de Europese Unie en zullen de handelsbarrières niet veranderen.
Wat er daarna gebeurt, is onzeker. En juist die onduidelijkheid zorgt op dit moment volgens Hanselman voor veel onrust: “Het is belangrijk dat de rook optrekt en de rust wederkeert. Dat is onder andere afhankelijk van de manier waarop de Britse regering met de Brexit omgaat. Het is te hopen dat de manier van samenwerken synchroon blijft lopen en de handelsverdragen zoveel mogelijk in stand blijven. Als de te hanteren regels sterk gaan afwijken van de huidige afspraken, wordt het ingewikkeld. Kortom, belemmerend voor de handel."
Landbouw: luxe bacon
Ook de agrarische brancheorganisatie LTO spreekt zijn zorgen uit. “De agrarische sector exporteert veel naar Groot-Brittannië, dat staat nu op losse schroeven”, zegt Koert Verkerk, lobbyist voor brancheorganisatie LTO in Brussel. “Nederland exporteert bijvoorbeeld veel luxe vleesproducten als bacon naar Groot-Brittannië. Voor de Britten worden die producten nu duurder, de angst heerst dat de export daardoor afneemt.”
“De Britten stappen uit de interne markt, maar het is te hopen dat het grootste deel van de huidige handelsverdragen blijft bestaan”, aldus Verkerk.
Net als bij de bloemensector is er angst voor tijdrovende grenscontroles, ook de agrarische sector heeft te maken met versproducten die gebaat zijn bij snelheid. “Het is te hopen dat we de bestaande gemeenschappelijke markt zoveel mogelijk overeind kunnen houden en dat de Britten zo min mogelijk barrières gaan opwerpen.”
LTO gaat nu samen met MKB Nederland en VNO-NCW de gevolgen inventariseren. Daarnaast houdt de LTO nauw contact met zusterorganisatie Nation Farmers Union, die zich juist sterk maakte voor handhaving van het Britse EU-lidmaatschap. Dat heeft niet mogen baten.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl